1 A shout rings out, a joyful voice:
""Jerusalem, arise, rejoice!""
A glorious morning breaks the night;
the Son of God is risen with might.
2 No grave could conquer David's Son;
he conquered death and victory won,
rose from the grave in heavenly power,
for he is God, our strength and tower.
3 Now death no longer holds a sting;
Christ fully paid for all our sin.
Believers who his glory tell
need never fear the grave or hell.
4 Since Christ the Lord is risen with might,
new life begins in glorious light:
a life that triumphs over death,
eternal life with Christ, our Head.
1 Daar juicht een toon, daar klinkt een stem,
die galmt door gans Jeruzalem;
een heerlijk morgen licht breekt aan:
de Zoon van God is opgestaan!
2 Geen graf hield Davids Zoon om kneld,
hij overwon, die sterke held,
hij steeg uit't graf door eigen kracht,
want hij is God, bekleed met macht!
3 Nu jaagt de dood geen angst meer aan,
want alles, alles is voldaan;
wie in geloof op Jezus ziet,
die vreest voor dood en duivel niet.
4 Want nu de Heer is opgestaan,
nu vangt het nieuwe leven aan,
eel leven door zijn dood bereid,
een leven in zijn heerlijkheid!